Als ouderlingen spraken we hierover, op onze kerkenraad dag. Eerst met het oog op onszelf en elkaar, vervolgens richting de gemeente. In die volgorde, zoals Paulus zei tegen de oudsten te Efeze: ‘zie toe op uzelf en op de gehele kudde’ (Hand.20:28). Zo kwam dit jaarthema tot stand, met vervolgens het verzoek aan mij om dit uit te werken in een handreiking voor gesprekken hierover.
Ik geloof dat dit een heel belangrijk onderwerp voor ons is. Jezus zegt immers dat we opnieuw geboren moeten worden, anders kunnen we zijn koninkrijk niet binnengaan. Anders zien we dat koninkrijk niet eens …
Positief gezegd: die nieuwe geboorte is het allermooiste wat een mens kan overkomen, de hoogste vreugde en het diepste geluk! Als je deze parel hebt gevonden, kun je verder alles missen. Want het nieuwe in je is uit God, door zijn eigen Geest, die je laat delen in zijn diepte van goddelijke rijkdom.
Hoe komt het dan dat we onze ‘nieuwe geboorte’ (of ‘wedergeboorte’ zoals we vroeger zeiden) maar zo weinig ter sprake brengen? Zijn we er verlegen mee? Toen ik opgroeide hoorde ik er niemand over, of het was alleen in negatieve zin, wat wedergeboorte niet is. Want ‘doop en wedergeboorte’ waren inzet van kerkstrijd geweest, bijna een eeuw lang, we hebben er onze Vrijmaking aan te danken. En durfde vervolgens niemand er meer over te beginnen? Hebben we dit onderwerp uitbesteed aan andere geloofsgemeenschappen, die je op straat met die vraag kunnen overvallen? ‘Ben je wedergeboren?’, en wat zeg je dan …?
Intussen lezen we artikelen over leegloop van geloof, niet alleen onder jongeren, maar ook onder ouderen. Terwijl patronen in stand blijven, kan het geloofsvuur heel wat minder zijn gaan branden. Daar is niemand gelukkig mee, maar wat doe je er aan? Weer iets nieuws uitvinden? Laat het antwoord duidelijk zijn: geloof dat niet vonkt uit God zelf, zal geen hart doen vlammen. We moeten terug naar de Bron, opnieuw geboren worden …
Met die intentie hebben we gesproken en heb ik deze handreiking verzorgd. Dat dit ieder van ons mag helpen om hierover te spreken met God, met elkaar en met al onze naasten.
Bas Luiten
Wat is je wedergeboorte en hoe herken je die?
Lees Joh.3:1-13. Nicodemus dacht alles onder controle te hebben in een vroom leven. Hij had ook wel waardering voor Jezus. Maar het was hem ontgaan dat het ingaan in Gods Koninkrijk alleen van God ontvangen kan worden. Dieper geformuleerd: hij moet opnieuw geboren worden, uit God. Dat bewerkt geen mens bij zichzelf, het is door water en Geest.
Nicodemus is verbaasd, hier heeft hij geen antenne voor. Toch had hij in het spreken van Jezus een oude, verrassende belofte moeten herkennen. Lees Ezechiël 36:22-32. Groot is Gods trouw aan zijn verbond! Aan het volledig ontspoorde volk, dat zijn Naam ontheiligd heeft, belooft God een nieuw begin, zelfs een nieuw leven. Door het water gereinigd zullen ze een nieuwe geest ontvangen. Let wel: Gods Geest (27)! Door die Geest gaan ze leven uit God, zijn wil wordt hun wil.
Deze nieuwe geboorte is het allermooiste wat een mens kan overkomen. Woorden schieten te kort en buitelen over elkaar heen. De Geest lijft je in bij Jezus (Joh.14:20). Jezus’ leven vloeit in je over, zoals een rank leeft uit de wijnstok en tot bloei komt (Joh.15). Jezus’ vreugde wordt jouw vreugde, de volkomen vreugde (Joh.15:11). Zo deel je ook in zijn liefde en zijn goedheid, de vrucht van de Geest vult je hart en je ziel, je kracht en je verstand (Galaten 5:22). Zijn inwerking is een diepe, allesomvattende gemeenschap (1Kor.2:9-16; 2Kor.13:13). Je wordt een tempel waarin God woont, met een hart vol van ontmoeting en aanbidding (Ef.3:14-21).
Vrucht van de Geest vraagt ruimte om te ontvangen. Ook vertrouwen in wat je niet hanteerbaar kunt maken, en geduld. Het ontvangen van het nieuwe leven is ‘een volstrekt bovennatuurlijke, zeer krachtige en tegelijk zeer liefdevolle, wonderbare, verborgen en onuitsprekelijke werking’ (DL III/IV 12, GK blz.648). God is scheppend in je bezig.
En als je dit zo (nog) niet ervaart? Blijf het verwachten, want juist dit is je beloofd in je doop: ‘je bent begraven met Jezus om met Hem op te staan in een nieuw leven’ (Rom.6). Vertrouw dat God dit zéker wil geven, bid erom en gebruik de middelen die Hij gebruikt (Woord en sacrament). Bedenk ook dat ‘geboorte’ duidt op een begin, het is nog niet volmaakt. Wel het begin van eeuwige vreugde, zelfs bij ziekte en verdriet (HC zondag 22).
Hoe geeft God je nieuwe leven en wat vraagt Hij daarbij van je?
Lees 1Ptr.1:22-25: het zaad van de wedergeboorte is het levende Woord van God. Dit Woord leeft, omdat Jezus zich daarin geeft. Zoals regen de aardbodem doortrekt en vruchtbaar maakt, zo zet Gods Woord een mens in bloei (Jes.55:6-13). Het is als zaad dat gestrooid wordt in mensen zo vaak het wordt gesproken bijv. in prediking, in getuigenissen, in geloofsonderwijs en in opvoeding van kinderen.
Lees DL III/IV artikel 11 (GK blz.647). Door te spreken dringt God diep in mensen door, als met een tweesnijdend zwaard. Door te spreken opent Hij harten en verandert Hij mensen. Door te spreken schiep God hemel en aarde, zijn woord is zijn kracht (1Tes.2:13)! Zijn scheppende kracht is ook ten volle werkzaam als Hij bestraft, vermaant, waarschuwt en het oordeel aanzegt. Altijd als God spreekt is Hij gericht op behoud. Pas als Hij zwijgt laat Hij los. Nicodemus kreeg een uitbrander van Jezus, toch kwam hij zo tot grote liefde voor Hem (Joh.19:39). Ook vele priesters, die vaak waren bestraft om hun afwijzende houding, kwamen zo toch tot geloof (Hand.6:7).
Het Woord van God stuwt de wereldgeschiedenis en overwint alle vijandschap. In de Handelingen van de Apostelen is te midden van heftige gebeurtenissen de rode draad: ‘het Woord groeide’ (6:7; 12:24; 19:20, vertaling 1951).
Het Woord van God kan een mens verzadigen: wie naar Jezus luistert zal nooit meer dorst hebben en wordt zelf een bron voor een ander (Jes.55:1-3; Joh.6:35; 7:37-39).
Het is een dodelijke vergissing om het spreken van het Woord van God te bestrijden, te verdraaien, te minimaliseren en overbodig te verklaren. Lees Mat.13:1-9 en 18-23: zie hoe satan erop uit is het Woord te roven en hoe een mens er ondiep mee om kan gaan. Het is lastig maar belangrijk om ruimte te maken en echt aandacht te hebben!
Daarom vraagt God dat wij ons bekeren, d.w.z. dat we ons naar Hem toekeren om aandachtig naar Hem te luisteren en ons nieuwe leven van Hem te ontvangen. Onze oude mens moeten we afleggen, die zijn eigen gang gaat en ander geluk zoekt. Ons nieuwe leven moeten we koesteren en delen (Kol.3:1-17).
Wedergeboorte en bekering zijn twee aspecten van ons nieuwe leven, zoals kop en munt twee kanten van één euro zijn. Ze zijn nooit los van elkaar, ze gaan samen op, in de praktijk zijn ze in elkaar verstrengeld. Toch zijn ze niet gelijkwaardig, want onze geboorte uit God blijft verrassen en doorgronden wij niet.
Je nieuwe leven en je eerste liefde
Lees Openb.2:1-7 en kijk als in een spiegel: in hoeverre is dit briefje op ons van toepassing? De gemeente te Efeze wordt in veel opzichten geprezen, ze is beproefd en standvastig in de leer. Toch hapert er iets, de eerste liefde is weg. De liefde waar alles mee begint, tussen God en de mens. Die liefde blijkt bepalend te zijn en onvervangbaar, je kunt er niets voor in de plaats geven. Vergelijk 1Kor.13:1-3: al doe je vele goede werken, al geef je alles weg, al weet je alles wat er te weten valt maar je hebt de liefde niet, dan heb je toch het leven niet.
Lees 1Joh.4:7-21: God is liefde, en ieder die liefheeft is uit God geboren. Niet wij hebben God liefgehad, maar Hij heeft ons liefgehad en ons zijn Zoon gegeven (10). Zo komt Gods liefde in ons (16). Deze liefde kan een mens niet zelf verzinnen, menselijke liefde is gauw ik-gericht. Liefde uit God is liefde waarin iemand zich geeft, niet gedwongen maar bewust, diep uit het hart. Je doet niet zo, je bent zo. Het is je nieuwe manier van leven. Al volmaakt? Lang niet, maar al wel echt, door de Geest van God. Verlang er naar, bid erom, en bedenk er niet iets anders voor in de plaats.
Eerste liefde is de enige band met God, met elkaar en tussen verschillende generaties. Lees 1Joh.5:1: wie uit God geboren is, heeft lief wie uit God geboren zijn. De herkenning is onmiskenbaar, de verbondenheid ook: één lichaam, één Geest, één hoop, één Heer, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, die boven allen, door allen en in allen is (Ef.4:3-6). Iets mooiers bestaat niet! Dit komt voort uit de liefde tussen Vader, Zoon en Geest. Met alle heiligen weerspiegelen we deze eeuwige liefde, waarvan hoogte en diepte voor ons niet te peilen zijn (Ef.3:18,19).
En dit alles zonder enige angst, want liefde drijft angst uit, uiteraard.
Andersom: zonder eerste liefde is er geen band met God en niet met elkaar, de kerk houdt op te bestaan. Je kunt lang doen alsof, maar als de liefde ontbreekt wordt alles moeizaam en te veel. Ik-gerichtheid slaat toe, ook in het religieuze.
Stelling: zoals je met God omgaat, zo ga je om met elkaar.
En andersom: zoals je met elkaar omgaat, zo ga je om met God …
De Geest bewerkt liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing (Gal.5:13 e.v.).
Je nieuwe geboorte en de wet van God
Lees Marc.12:28-34: niets is belangrijker dan God liefhebben met hart en ziel en je naaste als jezelf. Alle geboden zijn een uitwerking van deze liefde tot God en je naaste. In Gods wet vind je de beschrijving van je nieuwe leven.
Lees Ezechiël 36: 22-32. Herken je dit van de eerste ronde? Nu willen we zien dat Gods Geest, terwijl Hij nieuw leven geeft, ook opnieuw Gods wetten leert. Lees ook Jer.31:31-34: voor het nieuwe verbond geldt dat Gods wetten in mensenharten worden gelegd, zodat ze in ons zijn en niet langer op steen (of papier) buiten ons. We gaan ze zelf willen. Deze belofte wordt herhaald in Hebr.10:11-18.
Lees Mat.5:17-20: Jezus schaft het OT niet af, de wet en de profeten, maar komt alles vervullen. Daarmee is Hij bezig zolang hemel en aarde bestaan! Zelf heeft Hij de geboden volbracht, nu zijn wij aan de beurt, door zijn Geest (Rom.8:4).
Twee veelgehoorde reacties:
1. De wet, die kan ik toch niet houden. Ik hoef er niet eens aan te beginnen. Ik zal veel bidden om vergeving. Al mijn zonden worden toch vergeven?
Vergeving van zonden is inderdaad een bijzonder geschenk. Zelfs grote zonden worden door Jezus vergeven! Maar als dat het enige zou zijn, wanneer begint dan je nieuwe leven? Jezus zei ook: ‘zondig niet weer’. Span je daarvoor in. Als je oog je verleidt, ruk het uit. Als je hand je verleidt, hak hem af (Mat.5:27-30). Bovendien, als je willens en wetens blijft zondigen, blijft er geen vergeving over (Hebr.10:26-31).
2. De wet gaan we doen, met nog meer inspanning. We zullen alles op alles zetten en ook elkaar daartoe aansporen.
Ook dit is een goede gedachte. Maar opnieuw de vraag: als dit het enige is, wanneer begint dan je nieuwe leven? Je geboorte kun je niet zelf doen. En zelfs de meest ijverige bekering, door onkruid te wieden in je leven en puin te ruimen, kan de nieuwe bloei niet verklaren.
Het geheim: Gods wet is vooral … Woord van God! Het is zaad dat Hij strooit in onze harten, om daar tot leven te komen en ons zo de geboden eigen te maken. Je leert denken en voelen als Gods eigen kind.
Lees Rom.8:12-17: in Egypte waren mensen slaven, maar door het water heen werden ze vrije kinderen. Pas als je ook denkt als een kind ben je echt vrij! Een slaaf denkt alleen aan werken, een kind denkt aan zijn Vader en voelt zich thuis.
Lees 1Joh.5:1-4: voor wie uit God geboren is, zijn de geboden een lichte last. Want je wil wordt nieuw en ze gaan steeds meer aanvoelen als eigen.
Je mag elkaar helpen … Kun je hier ook een gewoonte van maken?
Hoe kun je daarin veranderen?
Je nieuwe geboorte en je gebed
Lees Mat.6:3-15: Jezus leert je het Onze Vader als een gebed voor de binnenkamer, als je samen bent met God. Alles wat je nodig hebt naar ziel en lichaam ligt hierin (HC zondag 45). Het is een leer-gebed, kort en krachtig. Je mag er uiteraard eigen woorden voor gebruiken, Jezus was soms uren in gebed.
Lees Mat.5:1-12: Jezus legt een diep verlangen in ons naar het ware geluk en de echte vreugde. We zullen die ontvangen als we nederig worden en verlangen naar God zelf, naar zijn vrede en zijn gerechtigheid.
We leren bidden om het nieuwe leven, voor onszelf en voor de hele wereld, met een hartelijk verlangen. Het nieuwe leven in alle aspecten daarvan!
Deze samenvatting is ontleend aan HC zondag 46-52.
Al deze beden heeft Jezus ons geleerd, je mag ze zeggen in zijn naam en God zal ze daarom zeker verhoren (Joh.16:25-27)!
En de Geest vult ons aan, omdat ons bidden nog zo beperkt is (Rom.8:26).
Het is je nieuwe leven, Jezus heeft hiervoor betaald …
Je mag daarnaast ook bidden wat je niet is beloofd, zoals gezondheid, huwelijk, kinderen, diploma, werk, meer geld, leven in een vrij land, enz. Bij deze beden is het belangrijk gelovig te zeggen dat je God de ruimte geeft en het vertrouwen om wat je vraagt te geven of niet. Je geloof en je liefde wil je hier niet afhankelijk van maken, al mag je dat wel moeilijk vinden en ook zeggen …
Stelling: God geeft altijd méér dan je vraagt, nooit minder …
Samenvatting:
Laat God God zijn in je leven.
Geef Hem aandacht en ruimte om zijn bijzondere belofte aan je te vervullen,
leg je erop toe en bid erom,
persoonlijk en samen.
En verheug je in je nieuwe leven,
het begin van het allermooiste,
al is de Geest nog lang niet met je klaar …
Herken die Geest diep in je
en in alle heiligen van alle generaties
om kerk te zijn, Gods tempel.
Zie uit naar de dag
waarop hemel en aarde nieuw geboren zullen worden
en God alles zal zijn in allen
ook in jou en in mij.